Doorgaan naar hoofdcontent

De stilte van de Romeinse Canon

Gelezen op Summa Catholica:

“Terwijl een diepe stilte alles omgaf en de nacht was voortgesneld tot de helft van zijn baan, daalde uw almachtig Woord, o Heer, van zijn koninklijke troon, alleluia” (Magnificat-antifoon van de Vespers van 26 december)
Eén van de meest opvallende verschillen tussen de beide vormen van de Romeinse Ritus is de stilte waarmee in de buitengewone vorm de Romeinse Canon wordt gebeden.
Net zoals bij de gebedsrichting zwijgt Sacrosanctum Concilium in alle talen over het eeuwenoude gebruik de Romeinse Canon in stilte te bidden. Daarom spreekt ook Paulus VI in zijn Apostolisch Motu Proprio Sacram Liturgiam over het van kracht worden van bepaalde voorschriften van de Constitutie over de Heilige Liturgie van 25 januari 1964 niet hierover.
Maar in nr. 48 van Inter Oecumenici, de Instructie voor de uitvoering ([sic!] van de Constitutie over de heilige Liturgie vanwege het Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie van 26 september 1964 wordt bepaald dat de doxologie van de Romeinse Canon hardop dient gebeden te worden.
Drie jaar later bepaalt de Congregatie voor de Riten in Tres abhinc annos, de tweede Instructie voor de juiste uitvoering [sic!] van de Constitutie over de H. Liturgie  van 4 mei 1967 in nr. 10 dat “In Missen met gelovigen, ook al worden ze geconcelebreerd, mag de celebrant de canon hardop lezen, naargelang het hem goed dunkt.”
Vanzelfsprekend is men in beide gevallen (1964 en 1967) niet in staat om deze bepaling te funderen vanuit Sacrosanctum Concilium!
Het eeuwenoude gebruik gaat terug tot de vroege 9e eeuw (zie Jungmann, Missarum Sollemnia II, 131). Het Concilie van Trente zag zich genoodzaakt deze praktijk te verdedigen: “Si quis dixerit, Ecclesiae Romanae ritum, quo submissa voce pars canonis et verba consecrationis proferuntur, damnandum esse; aut lingua tantum vulgari Missam celebrari debere; aut aquam non miscendam esse vino in calice offerendo, eo quod sit contra Christi institutionem: an. s.” (DH 1749). ‘Submissa voce’ of ‘secreto’ zoals het Missaal van 1570 dit bepaalt betekent volgens ditzelfde missaal dat de celebrant zijn eigen stem moet kunnen horen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

H. Missen en Diensten rond Pasen 2024

Zondag 31 maart: Tridentijnse Mis in Brugge

Zijn doopsels en huwelijken van Rent a Priest geldig?

Zondag 25 februari: Tridentijnse Mis in Brugge